Alphons Hustinx wordt op 13 oktober 1900 geboren te Maastricht. Hij groeit op in een welgesteld gezin: zijn vader is directeur van het Limburgse filiaal van de Twentsche Bank. Hij gaat, net als zijn oudere broer, naar het gymnasium. Als tiener is hij al geïnteresseerd in fotografie en hij krijgt hierin een stoomcursus van een vriend van de familie. Wanneer Hustinx in 1922 zijn middelbareschooldiploma behaalt, wil zijn vader dat hij Rechten gaat studeren aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Alphons Hustinx stemt hiermee in, maar de wijde wereld lonkt. In 1928, nog voordat hij afstudeert, maakt hij zijn eerste reis: hij vertrekt met twee vrienden naar Polen. Hier ervaart hij hoe hij zijn passie voor reizen met zijn liefde voor fotografie kan combineren. Als hij in 1930 afstudeert als jurist laat hij zijn vader weten dat hij kiest voor een carrière als fotojournalist. Hustinx onderneemt vervolgens meerdere grote reizen en doet verslag voor kranten als De Maasbode en De Telegraaf.

Van Maastricht naar het verre Afghanistan

In 1932 reist de jonge Alphons Hustinx met zijn reisgezel Theo Regout van Maastricht naar Afghanistan. De foto’s die Hustinx op deze reis maakt hebben één terugkerend onderwerp: de A-Ford waarin zij reizen. Herhaaldelijk komt de karakteristieke auto in beeld: onderweg vanuit Nederland, terwijl deze aan boord van een schip wordt gehesen, naast de kamelen in de woestijn en tussen verwonderde kinderen en volwassenen in steden van het Midden-Oosten. Als ze na de lange en avontuurlijke reis in Herat in Afghanistan aankomen, blijken hun papieren niet in orde te zijn. Ze worden enkele dagen in hechtenis genomen. Ook dit wordt op beeld vastgelegd. In dagboeken houdt Hustinx de reis nauwgezet bij. Bovendien schrijft hij de locaties van de foto’s op de randen van de negatieven. Zo is de reis bijna tot in detail te reconstrueren.

De oorlog in kleur

In 1936 komen de eerste kleurenfilms op de markt. Alphons Hustinx stort zich er direct op. Hij is een van de eerste fotografen die deze nieuwe techniek onder de knie krijgt en het zich ook financieel kan veroorloven ermee te experimenteren. Hij neemt zijn camera mee wanneer hij vanaf 1938 heel Nederland doorkruist om in filmzalen en theaters zijn reisfilms te vertonen en om lezingen te geven. Ook als de oorlog uitbreekt blijft Hustinx door ons land trekken. Hijstelt zichzelf tot doel het leven in Nederland tijdens de bezetting te documenteren. Het resultaat is wat vervreemdend voor de hedendaagse toeschouwer die de historische zwart-wit beelden van de oorlog gewend is. Hustinx geeft juist in deze donkere tijden een kleurrijk beeld van het dagelijks leven; van de roze ijscokar waarvan de ijscoman alleen nog ‘afgestreken’ ijsjes verkoopt en een bloemenkar in een straat vol afgeplakte ramen tot de blauwe lucht boven het platgebombardeerde Rotterdam. Na de oorlog maakt Alphons Hustinx plannen voor nieuwe verre reizen, maar ook in Nederland blijft hij tot halverwege de jaren 60, tijdens de wederopbouw, in kleur fotograferen.

Film

Alphons Hustinx is niet alleen fotograaf, maar ook cineast. Tijdens de reis door het Midden-Oosten maken hij en Theo Regout tientallen filmopnamen die zij na afloop verwerken tot een lange documentaire. Dankzij samenwerking met Eye Filmmuseum is de onlangs gerestaureerde film Van Maastricht naar het verre Afghanistan in z’n geheel tijdens de tentoonstelling te zien.

Publicatie

Bij de tentoonstelling verschijnt een themanummer van het tijdschrift Hollandse Beelden dat volledig gewijd is aan de fotografie van Alphons Hustinx.

Fotomuseum Den Haag dankt hoofdsponsor Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen en het Erik Bos Fonds voor hun ondersteuning.