Gregory Crewdson laat met zijn geconstrueerde decors en digitale nabewerkingen het onderscheid tussen realiteit en fictie vervagen. Hij ontwricht de traditionele opvattingen over waarheid en realiteitsgehalte in de fotografie. De hypnotiserende foto’s zijn het resultaat van een langdurig proces, waarbij een groot team van stilisten, lichtexperts en computergrafici betrokken is. De foto’s, die het best vergeleken kunnen worden met stills afkomstig uit dramatische filmscènes, worden deels op locatie, deels in de studio gemaakt. Klassieke Hollywoodproducties, zoals Close Encounters of the Third Kind van Steven Spielberg, vormen dan ook een belangrijke inspiratiebron voor Crewdson. In zijn werk onderzoekt hij de verhalende mogelijkheden van de fotografie: hoeveel kun je maximaal vertellen binnen één beeld? Een andere belangrijke inspiratiebron schuilt in Crewdsons jeugd. Omdat zijn vader als psychotherapeut praktijk aan huis had, leerde hij al op jonge leeftijd dat iedereen de werkelijkheid op zijn eigen manier beleeft. Na een korte periode psychologie gestudeerd te hebben, richt hij zich al snel op zijn fotografiecarrière, maar zijn interesse in de menselijke perceptie blijft. Door in zijn foto’s een andere realiteit te scheppen, hoopt hij de beschouwer een moment te laten ervaren waarin de omringende werkelijkheid even wordt vergeten. Het vroege werk uit de periode 1986-1988 toont voornamelijk de huiselijke context als een broedplek voor eenzaamheid en ondoorgrondelijke verlangens. De foto’s uit de serie ‘Natural Wonder’ (1992-1997) reflecteren Crewdsons fascinatie voor de natuur als een magische omgeving. In de zwart-wit serie ‘Hover’ (1996-1997) legde hij vanaf een hijskraan bovenaanzichten vast van merkwaardige situaties in de Amerikaanse voorsteden. Met zijn derde serie ‘Twilight’ (1998-2002), die hem internationale bekendheid bracht, creëerde Crewdson verontrustende taferelen in huiselijke sfeer. In ‘Dream House’ (2002) plaatste hij beroemde filmacteurs – zoals Julianne Moore, Gwyneth Paltrow en Philip Seymour Hoffman – in het interieur van een verlaten huis dat na het overlijden van de eigenaresse vier jaar eerder, volledig intact was gebleven. Deze cinematografische foto’s noemt hij single framed movies. De grootste artistieke en technische vooruitgang boekte Crewdson met zijn laatste serie ‘Beneath the Roses’(2003-2005), waarvoor hij complete straten afzette en lege huizen tot op de grond afbrandde. Zijn crew bestond bij deze serie uit meer dan 150 mensen. Bij de tentoonstelling is een productie van Kunstverein Hannover. Een rijk geïllustreerde Engels- en Duitstalige catalogus is beschikbaar: Gregory Crewdson, 1985 – 2005 (Uitgeverij Hatje Cantz, prijs € 45,00; ISBN 377571622 ). Inhakend op de tentoonstelling vond op donderdag 7 december een literaire avond plaats waarin Kees ’t Hart schrijver Joost Zwagerman ondervraagt over zijn gevoel voor “suburbia”. Zwagerman is een groot kenner van de hedendaagse Amerikaanse literatuur die aansluit bij Crewdsons thema’s. Het Filmhuis Den Haag werden naar aanleiding van de tentoonstelling van 4 t/m 17 januari 2007 diverse films gedraaid die als inspiratiebron hebben gediend voor Crewdson, zoals Close Encounters of the Third Kind, Blue Velvet en American Beauty.