Jan Banning wordt op 4 mei 1954 in Almelo geboren als kind van Nederlands-Indische ouders. Voordat Banning in 1981 begint met fotograferen, studeert hij Sociale en Economische Geschiedenis in Nijmegen. De invloed van die studie vinden we terug in zijn werk. De thema’s macht, en recht en onrecht staan centraal in zijn werk. Banning, die zichzelf als een romantische anarchist omschrijft, schept met zijn foto’s een beeld van de sociaal-politieke omstandigheden in verschillende landen. Hij reist de hele wereld over om abstracte begrippen als staatsmacht, politiek, justitie en de consequenties van oorlog te visualiseren. Banning heeft voor zijn verschillende series talloze prijzen ontvangen, waaronder een World Press Photo Award en maar liefst elf onderscheidingen in de Zilveren-Cameracompetitie. Zijn foto’s worden regelmatig gepubliceerd in kranten en bladen als The GuardianTimeVrij Nederland en GEO, enbevinden zich in collecties van onder meer het Rijksmuseum Amsterdam en het Museum of Fine Arts Houston.

De serie Troostmeisjes is naast Bureaucratics Jan Bannings bekendste en meest indrukwekkende serie. Tussen 2007 en 2009 reist hij met journalist Hilde Janssen door Indonesië. Hij portretteert er vrouwen die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Japanse leger werden gedwongen om als seksslaaf te werken. Hij legt de inmiddels hoogbejaarde 'troostmeisjes' vast terwijl ze met een indringende blik in de camera kijken. Banning doorbreekt met deze fotoportretten het taboe dat op de geschiedenis van de duizenden troostmeisjes in Azië ligt.

In de serie Law & Order (2015) vergelijkt Banning het strafrecht in vier landen uit vier verschillende werelddelen: Colombia (Zuid-Amerika), Frankrijk (Europa), Oeganda (Afrika) en de Verenigde Staten (Noord-Amerika). Hij richt zich hierbij op de belangrijkste instituten binnen het strafrechtsysteem: politie, rechtbanken en gevangenissen. Ook voor Red Utopia (2017) reist Banning naar verschillende werelddelen. Honderd jaar na de Russische Revolutie bezoekt hij in India, Italië, Nepal, Portugal en Rusland de spaarzame locaties waar de geest van het communisme nog springlevend is.

Jan Bannings projecten ontstaan vaak vanuit een persoonlijke relatie of interesse, maar het resultaat blijft nooit beperkt tot de privésfeer. Steeds zoekt hij naar een bredere context. Zo maakt hij de geschiedenis van zijn vader als dwangarbeider aan de Sumatra-spoorlijn onderdeel van de bredere serie Sporen van oorlog (2003) over lotgevallen van Europese én Aziatische arbeidsslaven tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Fotomuseum Den Haag toont eveneens twee niet eerder getoonde series: The Green Line (2014), een indringende serie over de al ruim veertig jaar verlaten gedemilitariseerde zone op Cyprus, en The Sweating Subject (2016). In deze laatste serie neemt hij de (post)koloniale fotografie op de hak door zichzelf telkens heftig zwetend als ‘the odd one out’ te midden van Ghanese hofhoudingen vast te leggen.

Fotomuseum Den Haag dankt hoofdsponsor Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen en het Erik Bos Fonds voor hun ondersteuning.