Sinds eind jaren negentig maakt Boberg fotowerken in kleur van zakelijke en altijd van menselijke aanwezigheid verstoken stedelijke doorkijkjes. Recentelijk heeft hij het medium film aan zijn beeldend vocabulaire toegevoegd. Het zijn een soort stilstaande foto’s met een minimum aan beweging en geluid, die altijd in een monochrome, nachtelijke setting zijn opgenomen. De dikwijls landschappelijke scènes lijken net buiten de stad gesitueerd te zijn: een stalen brug met dwarrelende sneeuw, een fabriek met stoomuitlaat, een buitenwijkweg in regenflarden of een donker parkbos in opkomende mist. In de tentoonstelling worden deze 16 mm. films in de vorm van gedigitaliseerde projecties op grootformaat en bij toerbeurt op drie verschillende schermen geprojecteerd. De minimale aanwezigheid van geluid en beweging veroorzaken een maximaal dramatisch effect: Bobergs films zijn vreemd en omineus omdat ze geen begin en einde hebben, en dus eigenlijk scenarioloos zijn. Oliver Boberg (Herten, 1965) studeerde in 1993 af aan de Kunstacademie van Nürnberg. Zijn werk is voornamelijk bekend in Duitsland en de Verenigde Staten. Bobergs concept van een gefotografeerde en gefilmde ‘geconstrueerde werkelijkheid’ wordt gedeeld door andere, op dit moment succesvolle kunstenaars-fotografen-filmers als Thomas Demand, Lois Renner, David Claerbout en Edwin Zwakman. Bij de tentoonstelling is een speciale Duits-Engelstalige catalogus verschenen in samenwerking met Kunstverein Hannover en het Yerba Buena Center for the Arts, San Francisco. Voorwoord Stephan Berg, René de Guzman en Wim van Sinderen. Teksten Martin Engler en Marc Mayer. (Uitgever Hatje Cantz; ISBN 3-7757-1362-X; prijs 25, 00 euro).