Van Denderen registreerde niet alleen het inmiddels bekende beeld van het Nederlandse leger, tussen de Afghaanse stofwolken, op patrouille en de saamhorigheid in het legerkamp. Hij is er ook bij in Nederland, wanneer de nieuwe rekruten - vaak niet meer dan jongens en meisjes - voor de eerste keer de kazerne binnenstappen. Een zootje ongeregeld dat binnen twee uur met een ‘ja, sergeant!’ ordelijk over de basis marcheert. De fotograaf nam een verandering waar in de taak van de soldaten, met name bij de landmacht. Waar het twintig jaar geleden nog in Duitsland lag te wachten op de Sovjet-invasie, klaar om te vechten, lijkt het leger nu meer op een NGO die probeert een land erbovenop te helpen, zo goed en kwaad als het gaat. Document Nederland is de jaarlijkse documentaire fotografieopdracht van het Rijksmuseum en NRC Handelsblad. Steeds staat een actueel maatschappelijk fenomeen centraal. Naast de tentoonstelling in het Fotomuseum Den Haag zijn de foto’s te zien in een bijzondere uitgave van NRC Weekblad, die op 7 november verschijnt. Een nog grotere selectie van de beelden die Ad van Denderen schoot, is te vinden in het boek Occupation Soldier, een uitgave van Paradox en NRC Boeken, dat tijdens de opening van de tentoonstelling op 6 november wordt gepresenteerd.

Ad van Denderen (Zeist, 1943) is een van de bekendste documentairefotografen van Nederland. Hij bezocht de Utrechtse School voor de Grafische Vakken, waar hij fotografieles kreeg van onder meer Ata Kando. Hij werd vooral bekend met zijn grote, meerjarige project GoNoGo (1988-2003), waarbij hij langs de grenzen van Europa reisde om vluchtelingen en asielzoekers in beeld te brengen. Zijn werk is onder meer te zien geweest in Parijs, Houston en Londen. Document Nederland jr.

Op de tentoonstelling in het Fotomuseum zijn ook de foto’s te zien die zijn gemaakt voor het onderwijsproject Document Nederland jr. Scholieren uit het voortgezet onderwijs fotografeerden op hun manier het Nederlandse leger, wat zeer verrassende beelden opleverde. Document Nederland jr. wordt sinds 2006 georganiseerd door het Rijksmuseum en financieel ondersteund door het Sem Presser-fonds.