Evelyn Hofers carrière omspant ruim vijftig jaar, van 1946 tot 1998. Hofer, die als jong Duits meisje privé-lessen volgt bij de Zwitserse fotograaf Hans Finsler (1891-1972), vestigt zich in 1947 in New York, waar ze als modefotografe bij Vogue gaat werken. Omdat zij modefotografie als te beperkend ervaart, grijpt ze haar kans wanneer ze gevraagd wordt Mary McCarthy’s reisboek The Stones of Florence te illustreren. In de boeken die ze tijdens haar loopbaan van foto’s voorziet, slaagt ze er telkens in om onder de huid van een stad of land te kruipen. Het door V.S. Pritchett geschreven boek over Londen bijvoorbeeld, reflecteert het afstandelijke en tegelijk humoristische karakter van de inwoners en hun stad. Dit bereikt de fotografe door de kenmerkende locaties of gebouwen bij verschillend licht te bezoeken en te variëren met de filters op haar camera, totdat ze het perfecte beeld voor ogen heeft. Behalve Florence en Londen zijn ook Hofers haarscherpe observaties van de rest van Italië, Dublin en New York in (reis)boeken vastgelegd. Vanaf de jaren zestig tot tachtig werkt Hofer regelmatig voor bladen als The London Times, Vanity Fair en New York Times Magazine, waarvoor ze bekende kunstenaars portretteert als Balthus, Roy Lichtenstein, Ed Ruscha en Julian Schnabel. Daarnaast verschijnen er dikwijls mensen uit de literaire wereld voor haar camera, zoals de dichteres Marianna Moore. Voor Life maakt ze de serie 'Just Married', waarvoor ze op een willekeurige dag in 1974 verschillende pasgetrouwde stelletjes in New York op ontwapenende wijze op de foto zet. Hofer is door haar vriendschap met o.a. Saul Steinberg en Hans Namuth al vanaf de jaren zestig een bekende in de New Yorkse kunstkringen. Dankzij de expositie in de Witkin Gallery mag zij hier vanaf 1977 ‘officieel’ toe gerekend worden. In de jaren tachtig en negentig richt Hofer zich vooral op vrij werk; ze maakt fotografische essays over Baskenland en portretseries in het Zwitserse Soglio, waar ze zelf ooit gewoond heeft. De schilderachtige stillevens, die ze half jaren negentig in haar atelier in New York maakt, doen denken aan 17e-eeuwse voorbeelden. Schilderkunst speelt sowieso een belangrijke rol. Rembrandt geldt als een van haar belangrijkste inspiratiebronnen, vanwege zijn perfecte beheersing van licht en donker, maar vooral omdat hij volgens Hofer de ziel van de geportretteerde blootlegt. Zoals ze het karakter van een stad weet te vatten, zo tracht ze ook de kern van een mens zichtbaar te maken. Generaties fotografen zijn schatplichtig aan Hofer. Door de technisch perfecte beheersing van haar vak, is het lange tijd zeer populair geweest om stage bij haar te lopen of als assistent voor haar te werken. Hofer heeft hierdoor talloze jonge mensen opgeleid en is in de wereld van de fotografie een bekende naam. Dit maakt haar tot “de beroemdste onbekende fotograaf van Amerika”, zoals een fotovakblad in 1987 schreef. Met haar eerste uitgebreide retrospectief in Europa (102 fotowerken) probeert het Fotomuseum Den Haag Hofers ‘onbekendheid’ teniet te doen. De tentoonstelling is tot stand gekomen in samenwerking met Galerie m in Bochum, Duitsland.