Voor veel professionele fotografen in de 19e eeuw behoorde het portretteren van dode mensen – de post-mortem fotografie – namelijk tot de vaste praktijk; men adverteerde er zelfs mee. Pasgestorvenen werden op serene wijze in hun eeuwige slaap vastgelegd, met name jonge kinderen werden op hun doodsbedje geportretteerd. In de tentoonstelling zijn naast historische ook hedendaagse doodsportretten opgenomen, die als gemeenschappelijk kenmerk hebben dat het beeld in dienst staat van troost en gedenken. Fotografen Koos Breukel, Rachel Corner, Hylke Schoot, Hape Smeele, F. Starik, Chantal Spieard en Wim van Ophem tonen de laatste opnames van familie en intimi; Anton Corbijn en Paul Blanca fotografeerden hun opgebaarde kunstbroeders Herman Brood en Peter Giele; Marrie Bot registreerde situaties van door de politie aangetroffen doden. In tegenstelling tot deze empatische vormen zijn er ook afstandelijker en klinischer foto’s te zien, die schoonheid en universaliteit van de dood benadrukken. De serene doodsportretten van Andres Serrano, Rudolf Schäfer, Cedric Bregnard, Daniel & Geo Fuchs zijn eigenlijk moderne versies van het gezegde memento mori: gedenk te sterven. In de loop van de 20e eeuw is de post-mortem fotografie bijna geheel in onbruik geraakt en zien we de dood voornamelijk terug in nieuwsfoto’s. Journalist Eddie Marsman geeft in het journalistieke deel van de tentoonstelling van winnende World Press Photo’s tekst en uitleg over het beeld van de naderende en onontkoombare dood - veelal voor ons anonieme doden die soms wereldberoemd werden. Maar liefst 25 van de 47 foto’s die ooit de World Press Photo Award hebben gewonnen, staan in direct verband met een rampzalige dood door oorlog, moord, honger of natuurgeweld. Het sociaal-historische gedeelte van de presentatie wordt ingevuld door fotohistoricus en publicist Louis Zweers. Uit de collecties van fotopersbureaus en van Otto Spronk selecteerde hij foto’s van dode (soms vermoorde) beroemdheden. Die beelden hebben toen ze gepubliceerd werden vaak voor commotie in de samenleving gezorgd. In de opstelling zijn foto’s opgenomen van onder meer Napoleon, de Duitse rijkskanselier Otto von Bismarck, Abraham Lincoln, Pim Fortuyn, Marilyn Monroe, John Lennon in het mortuarium (zelden getoond!), Robert en John F. Kennedy, Ché Guevara, Martin Luther King, Olof Palme en de geëxecuteerde Roemeense partijleider Ceausescu.
Het beeld van de dood in de fotografie
Mortalis
08 mrt — 15 jun 2003
Koop tickets
Zolang de fotografie bestaat, bestaan er foto’s van dode mensen. De tentoonstelling Mortalis, die aansluit op het boekenweekthema ‘Leven en dood in de letteren’, belicht op drie manieren het beeld van de dood in de fotografie: met post-mortem fotografie uit de 19e en 20e eeuw, foto’s van beroemdheden als Marilyn Monroe, Che Guevara en Pim Fortuyn en het journalistieke beeld van de naderende, onontkoombare dood in World Press Photo. De kern van de tentoonstelling bestaat uit post-mortem foto’s die op een intieme en inlevende wijze verslag geven van de dood als stilleven.