Michael Najjars creatieve proces is gebaseerd op actuele wetenschappelijke inzichten op het gebied van biogenetica, die hij als beeldend kunstenaar vrijelijk inzet voor het creëren van nieuwe beeldwerelden waarin feiten, ficties en pure fantasieën over elkaar heen tuimelen. Deze beelden kunnen zowel koele representaties, boeiende interpretaties als fantasievol giswerk zijn. In het museum worden acht series getoond uit de periode 1997-2008 die op het eerste gezicht zeer divers van concept en uitwerking zijn. De vroegste reeks heet ¡viva fidel! – journey into absurdity en laat zich bekijken als een traditionele zwart-wit fotodocumentaire over Cuba. Toch zit deze serie vol met digitale beeldmanipulaties die het waarheidsgehalte van deze fotografische verbeelding ter discussie stelt. In de jaren hierna gaat Najjar steeds verder met het ‘verknippen’ van de vermeende werkelijkheid, uitkomend bij zijn laatste serie bionic angel waarbij men zich afvraagt welke rol de fotografie nog heeft gespeeld bij het concipiëren van zulke geavanceerde, bijna buitenwerkelijke afbeeldingen. Toch zijn ook dit foto’s, waar modellen van vlees en bloed aan te pas zijn gekomen en waar een team van stylisten, visagisten, belichters en beeldbewerkers heeft meegeholpen aan het eindresultaat.

Michael Najjar (Landau, 1966) kan worden beschouwd als een pionier op het gebied van digitale manipulatie van fotografische beelden. Zelf noemt hij zijn fotografische werk ‘hybride’: een mengvorm van beeldtaal waarbij hij gebruik maakt van zowel analoge als digitale technieken. Door middel van de toenemende mogelijkheden door de voortschrijdende technologie, komt de authenticiteit van een beeld steeds meer in het geding en is het essentieel geworden de waarheid altijd kritisch te benaderen. In zijn serie information and apocalypse (2003) onderzoekt Najjar daarom in hoeverre wij in tijden van oorlog en ideologische strijd nog kunnen uitgaan van een betekenisvolle werkelijkheid. Voor netropolis, waaraan hij van 2004 tot 2006 heeft gewerkt, bracht Najjar vanaf de hoogste gebouwen twaalf wereldsteden in kaart. Hij fotografeerde de steden (o.a. Tokio, New York, Mexico City, Dubai en Shanghai) eerst vanuit alle windrichtingen om deze beelden vervolgens middels een ingenieus logaritmisch programma over elkaar te leggen. Het resultaat is een reeks van optische illusies van deze steden, die voor Najjar de voortgaande complexiteit van urbane structuren uitdrukt. Uit al deze series blijkt dat voor Michael Najjar het dramatische moment van metamorfose, de door technologie voortgestuwde verandering van zowel individu als maatschappij in haar geheel, dient als leidend motief voor zijn artistieke werk. Hij beschouwt processen op het gebied van genetische en cosmetische manipulatie niet noodzakelijk in termen van goed en kwaad, maar slechts als een logische ontwikkeling voor de toekomst.